donderdag 5 november 2015

Gimme shelter





Het is al schemerig als ik vertrek van de grote tent waarin zojuist een informatiebijeenkomst is geweest over de mogelijke komst van een noodopvang voor vluchtelingen. In het relatief kleine dorpje Vijfhuizen komt mogelijk een noodopvang  voor 400 vluchtelingen voor zes maanden, met een mogelijke verlenging van nog eens zes maanden.

Ik fiets de Geniedijk op, een stukje cultureel erfgoed, dat zelfs op de Unescowerelderfgoedlijst staat. Het is er prachtig. 

Bij Fort Vijfhuizen zie ik de zon ondergaan, het licht van de ondergaande zon valt nog net op een kunstwerk op dat hier staat ter gelegenheid van de tentoonstelling Gimme Shelter. Een tentoonstelling die op speelse wijze het thema oorlog uitlicht. Hoe actueel is het thema oorlog op dit moment.

Ik stop om wat foto’s te maken. Ondertussen ben ik nog in gedachten bij de gesprekken van die middag, zowel in het officiele gedeelte als ook de gesprekken die ik voerde met een aantal inwoners en andere betrokkenen.  En ik denk aan wat hoorde en las in de afgelopen weken in kranten, op social media, en op TV en radio. Ik denk aan de gesprekken die voerde met inwoners en met familie en vrienden. En ik denk na over wat ik daarvan vind en wat ik voel.

Laat ik het maar eens opschrijven: ik voel me verdrietig.

Verdrietig, omdat er elders op de wereld zo’n akelige oorlog aan de gang is. Dat mensen zich zo onveilig voelen dat zij op gammele bootjes stappen en naar Europa komen. Dat doe je niet zomaar, ik kan en wil liever niet eens bedenken hoe erg het daar moet zijn.

Verdrietig ook, omdat in al die gesprekken en al die berichten maar één perspectief centraal lijkt te staan: dat van ons, als gastheren en gastvrouwen van deze groep oorlogsvluchtelingen.  

Het is niet dat ik het niet begrijp. Ik ben ook moeder en kan invoelen dat je je afvraagt hoe het zit met de route van huis naar de sportclub, als die langs een opvang voor vluchtelingen loopt. Ik zou waarschijnlijk ook de eerste keer even meefietsen.

Maar moeten we het in dit stadium echt hebben over het opleidingsniveau van deze mensen en hoe goed dat is voor onze economie? Of in het negatieve: dat het hebben van een trauma (niet ondenkbaar als je zulke vreselijke ervaringen hebt gehad) slechts één stap is verwijderd van het verkrachten van vrouwen en meisjes?  

Dat we spreken over ‘onze’ veiligheid en dat die veiligheid bedreigd zou worden door mensen die zich net het vege lijf hebben gered? Waarvan de kinderen niet eens veilig waren in hun eigen bed?

Waar blijft eigenlijk het perspectief van de vluchtelingen zelf? Wat hebben zij nodig van ons? Hoe kunnen we ze helpen?

Het is niet dat daar niet over wordt nagedacht. Sterker nog, ik denk dat heel veel mensen er mee bezig zijn. Er zijn velen die zich hebben opgegeven als vrijwilliger. Ik sprak er zaterdag een aantal. Bij de crisisopvang in hetzelfde dorp kwam binnen een halve dag een hulpactie op gang waar ik diep van onder de indruk ben.  Dat geluid horen we niet, maar het is er wel. En we moeten dat versterken, wat mij betreft.

Mijn buurvrouw in de zaal zaterdag zei eenvoudig: ‘Mevrouw, natuurlijk moeten we deze mensen helpen. Ik ben ook moeder en oma…’

En daarmee gaf ze de hele bijeenkomst het perspectief dat het wat mij betreft moet hebben: die van medemenselijkheid.

Mevrouw, ik ben uw naam vergeten. Maar niet wat u zei.

Met dit blog geef ik u het podium dat u verdient.

Birdy: Shelter
Find shelter in this way
Under cover, hide away
Can you hear when I say
I have never felt this way
(...)
And I'll cross oceans like never before
So you can feel the way I feel it too
And I'll send images back at you
So you can see the way I feel it too



Zie ook: http://www.nietmijnland.com/